Brief vanuit de Majellakapel 3 juli 2020

Lieve mensen,

Zoals in de vorige weekbrief aangekondigd wordt dit een brief voor twee weken, de volgende zult u dus niet op 10, maar op 17 juli ontvangen. Tenzij er mededelingen tussendoor zijn uiteraard.
We gaan aan de zomermaanden beginnen op een andere manier dan gebruikelijk. Wat de Majellakapel betreft: wel met de gezamenlijke diensten, waar in de zomer ook de Lutheranen aan meedoen, maar steeds online te volgen. Dat betekent dat er dit jaar ook geen hagepreek zal zijn.
Ook de gezellige zomermiddagen zijn er dit jaar niet, maar er liggen wel wat plannen op tafel voor ontmoetings-middagen in de Majellakapel. Hieronder vindt u informatie voor zover op dit moment bekend.

Attentie: u zult begrijpen, dat we zo’n middag niet zo maar kunnen organiseren. We willen ervoor zorgen dat alles “veilig verloopt” en dus bv. voldoende stoelen van te voren klaarzetten (in de kerkzaal, waar meer ruimte is dan in de koffiekamer), op steeds 1,5 m afstand, ook anders dan gebruikelijk is dus, dat u zich steeds van tevoren moet opgeven.

Ten slotte: de diensten van de komende zondagen komen:
– op 5 juli vanuit de Majellakapel, met ds. Peter Korver als voorganger, www.majellakapel.nl
Achterin deze brief vindt u de informatie over deze dienst.
– op 12 juli vanuit de Lutherse kerk, met ds. Willy Metzger, op de website www.elghetgooi.nl zal een link worden geplaatst om de dienst te kunnen volgen. De informatie zal ook op onze eigen website te vinden zijn.

Hopelijk gauw tot ziens!
Marijke Katerberg-Muns


 

Literatuurkring op dinsdag 21 juli; tijd: 10.15 – 12.00 uur
Roxanne van Iperen – ’t Hooge nest. Dit boek verscheen eind 2018 en staat sindsdien in de CPNB bestsellerlijst. Het is inmiddels in verschillende talen vertaald en er komt een verfilming. De schrijfster reconstrueert de oorlogsgeschiedenis van de villa waar ze zelf woont. Toen ze zich verdiepte in de geschiedenis van het huis, stuitte ze op een verhaal dat gewoon opgeschreven móest worden. Tijdens de restauratie van het huis ontdekte Van Iperen achter wanden en onder vloeren sporen van een onderduiktijd: kaarsstompjes en verzetskranten. Toen de joodse zusjes Janny en Lien Brilleslijper in de oorlog vanuit Amsterdam naar de villa vluchtten, groeide het adres uit tot een belangrijk onderduikadres. Terwijl de laatste joden in Nederland werden opgejaagd ging het leven van enkele tientallen onderduikers zo goed en kwaad als het ging door, pal onder de neus van NSB-buren en nazikopstukken. Toch werd het Nest verraden en de
familie Brilleslijper belandde met het laatste transport in Auschwitz, samen met de familie Frank. ’t Hooge Nest is een verhaal over moed, verraad en menselijkheid in barbaarse tijden, en brengt een ongekende geschiedenis met kracht tot leven. “Iedereen die zich een beetje in de Jodenvervolging verdiept heeft, kende de zussen Brilleslijper wel”, vertelt Van Iperen. “Zij waren immers de vrouwen die Anne en Margot Frank in hun laatste maanden in Bergen-Belsen meemaakten en hen zelfs begroeven. Verder wist niemand hier in de buurt iets over de Joden in ’t Hooge Nest.”

Attentie: graag opgeven uiterlijk 20 juli bij Marijke Katerberg (gkaterberg@solcon.nl of 035 69 342 76)


Ontmoetingsmiddag op vrijdag 31 juli, tijd: 15.00 – 16.30 uur
Sporen van de oorlog in Naarden-Bussum
Het is dit jaar 75 jaar geleden dat aan de tweede wereldoorlog een einde kwam. Ook op Naarden-Bussum heeft de periode 1940-1945 een grote impact gehad. In de komende maand wordt een gedenkroute gepresenteerd die voert langs 15 gedenkwaardige locaties in het gebied van de gemeente Gooise Meren. De Historische Kring Bussum en het Holocaust Comité Gooise Meren hebben deze samengesteld. Op elke locatie komt een bordje te hangen met een korte tekst, een afbeelding en een QR code waarmee je terecht komt op een korte documentaire van ca. 2 minuten over wat er zich heeft plaats gevonden. De verhalen krijgen ook aandacht in de Majellakapel. Peter Korver, die aan de gedenkroute meewerkte, vertelt erover op vrijdagmiddag 31 juli.

Attentie: graag opgeven uiterlijk 29 juli bij Peter Korver (peterkorver@upcmail.nl )


Iets over religieuze plaatsen, met name soorten kerkgebouwen

Nu de lockdown een klein beetje is versoepeld, in de hoop dat langzamerhand de terugkeer naar het normale leven enigszins mogelijk wordt, zou ik eens met u willen stilstaan bij religieuze plaatsen. Wie wel eens in bv. Griekenland of Italië is geweest zal zich tempels of resten daarvan herinneren. Maar daarnaast heeft men er ook talloze kerken en kerkjes aangetroffen. Elders, bv. in Praag, vindt men naast kerken ook een synagoge, en tegenwoordig treft men in Europa talloze moskeeën aan. Dat zijn allemaal plaatsen die met religie te maken hebben. Sommige van die gebouwen imponeren bezoekers door hun omvang en schoonheid. Andere treffen hen die er binnen gaan door hun intimiteit. Om ons tot christelijke gebouwen, kerken, te beperken het volgende:

Er bestaat een wezenlijk verschil tussen Rooms-Katholieke en protestantse kerken. Een Rooms-Katholieke kerk is altijd een sacrale, gewijde ruimte. Op het altaar wordt namelijk Christus present gesteld in de vorm van het daar bewaarde geconsacreerde brood. De kerkleer stelt dat brood en wijn via de consecratie van substantie veranderen in het lichaam en bloed van Jezus Christus. De uiterlijke gedaante van brood en wijn blijft onveranderd, maar in die gedaante is Christus werkelijk aanwezig. Dit is wat men transsubstantiatie noemt. Aangezien de orthodoxie (Rooms en protestants) aanneemt, dat Jezus Christus God en mens is, mag men daarom zeggen dat een Roomse kerk steeds een huis Gods is. De Roomse kerk is steeds een sacrale ruimte. In de Roomse dienst, de heilige mis, wordt wel op zon- en feestdagen enige plaats ingeruimd voor een preek, maar deze is tamelijk onbelangrijk. Bij de priesteropleiding wordt maar weinig aandacht besteed aan kanseloefeningen. In de mis is het gewijde handelen van de priester het centrale gegeven. Een mis kan ook worden “gelezen” zonder dat verder kerkgangers daarbij aanwezig zijn. Men betreedt een Rooms kerkgebouw, als gezegd, altijd als zijnde een gewijde ruimte. Een altijd brandend licht, overgenomen uit de synagoge, wijst op de aanwezigheid van Christus, dus van God.
Een protestantse kerk is heel anders. Die kerk is een profane ruimte, die alleen tijdens de dienst, als de gemeente bijeen is om Gods woord te vernemen, een sacrale is. Hier staat de prediking centraal. De dominee is de Verbi Divini Minister (dienaar van het Goddelijk woord).
In onze vereniging Vrijzinnigen Nederland is en blijft het kerkgebouw een profane ruimte. Immers, wij kennen eigenlijk geen predikanten, maar voorgangers/-sters. Dat is wat anders. Een voorganger/-ster houdt een overdenking en heeft niet de pretentie Gods woord te verkondigen. Dat is een wereld van verschil. Daarom vormen wij geen kerk, maar een vereniging. En onze kerkgebouwen blijven profaan.

Het is begrijpelijk dat de kleding van de voorganger/-ster daarom ook vrij is. De uiteraard orthodoxe predikanten uit de tijd van de Reformatie konden niet meer de liturgische gewaden van de Roomse priesters gebruiken. Zij kozen dan maar voor de geleerden-toga. En dat bleef zo. In de NPB traden predikanten als voorgangers op en ook zij gebruikten een toga. Dat is tot nu toe deels zo gebleven in onze, inmiddels Vrijzinnigen Nederland geheten, vereniging. Maar die toga’s zijn niet altijd meer die zwarte geleerden-toga, maar kunnen er heel anders uitzien. We zien dus ook in die vrijheid van kleding een duidelijk onderscheid ten opzichte van de Roomse en orthodox-protestantse traditie. De priester staat tussen God en mensen in. In de orthodox-protestantse wereld is de predikant weliswaar geen middelaar tussen God en mens, maar is deze wel degene die Gods woord dient te verkondigen (via een preek, niet een overdenking), en daarbij trouw heeft te blijven aan de ware leer. Daarover hebben de ouderlingen te waken. Zij kunnen hun afkeuring tot uitdrukking brengen door na afloop van de dienst de predikant geen hand te geven.
Bij ons is de voorganger/-ster iemand die dicht bij de leden staat en probeert uit zichzelf iets te berde te brengen dat, als het goed is, door het gehoor wordt gewaardeerd, omdat het inspiratie of verheldering biedt. Als dat het geval is vindt dat vaak zijn weerslag in een enthousiaste wijze van zingen van het slotlied en mogelijkerwijze een verdienstelijke opbrengst van de collecte.
Voorgangers/-sters zijn, ten slotte, geheel vrij in de opzet, de liturgie, van de diensten.
dr. Rob Nepveu


“Wat houd je bezig?”
Deze keer een bijdrage van Carla Welker:

Als ik…….
Als ik alleen maar was een kop op een karkas
Had mijn bestaan geen zin, goddank er zit iets in.

Ik weet niet hoe het heet: een ziel? een kern? Een pit?
Mijn moeder zei: “ ’t is God, die ergens in ons zit…”

Maar ik voel me soms zo leeg en onze lieve Heer,
Van wie mij werd verteld, vind ik dan nergens meer.

Maar als ik op een dag wat naar de bloemen kijk
Dan denk ik telkens weer… mijn moeder had gelijk!
Toon Hermans

Over de dienst van a.s. zondag 5 juli:
Ds. Peter Korver gaat voor in deze dienst die als thema heeft ‘Terugkeren’.
Nu de corona-crisis over haar hoogtepunt schijnt te zijn, keren we graag weer terug naar ‘normaal’, het leven zoals het ons vertrouwd was. Maar er zal een ‘nieuw normaal’ zijn. De wereld is veranderd en wij zelf zijn ook door wat er is gebeurd veranderd. We staan daar bij stil aan de hand van het bijbelboek Ezra dat vertelt hoe er een einde mocht komen aan de Babylonische ballingschap en grote groepen terugkeerden naar Jeruzalem. We kijken naar een schilderij van Marc Chagall uit 1918 waar hij met zijn geliefde Bella terugkeert naar zijn geboortestad Vitebsk maar ook op weg is naar een nieuwe toekomst.

Liturgie:

Welkom


Aansteken van de kaars


Stilte


Openingslied 687 : 1,2 Wij leven van de wind

Beeldmeditatie bij ‘Over de stad’ van Marc Chagall
Kijken we naar dit kunstwerk van Marc Chagall. Het heet Over de stad en is geschilderd in 1918. Het is een voorbeeld van surrealisme. We zien een erg realistische voorstelling. Alle personen en voorstellingen zijn herkenbaar en concreet. Chagall houdt zijn vrouw Bella vast en onder hen ligt het vertrouwde dorp van zijn jeugd, Vitebsk. De huizen liggen binnen de veilige dubbele omheining van een houten hek. De huizen hebben allemaal dezelfde kleuren, grijs en wat geel, behalve dat ene dat fel rood is. De gloed van warmte van het ouderlijk huis? Maar ook is het een droom of een waanbeeld, want mensen zweven niet door de lucht met elkaar. Daarom noemen we het surrealistisch. Zijn ze onderweg naar iets? Kijkt hij nog één keer terug naar waar hij vandaan kwam en neemt hij zijn geliefde mee naar een nieuwe toekomst? Reikt zij juist met haar arm naar die nieuwe einder? Alles achter je laten, het verleden afsluiten, om elders een nieuwe toekomst op te bouwen. Ze lijken vooral heel erg samen te zijn en te zweven van geluk. Bella herinnerde zich later hun verlovingstijd: Ik voelde me plotseling alsof ik opgetild was. Jij draaide je hoofd naar het mijne en keerde het mijne naar het jouwe. We vlogen over velden van bloemen, knusse huizen, daken, en de erven van boerderijen.

Het verleden achter je laten om elders een gelukkige toekomst op te bouwen is een ons bekend motief. Soms breekt een mens met een partner of met de eigen ouders, menend dan in vrijheid lucht te hebben om op een andere plaats, met andere mensen gelukkiger verder te kunnen. Maar het omgekeerde? Dat je het hier en nu verlaat omdat je leeft vanuit het sterke verlangen weer terug te keren naar daar waar je ooit vandaan kwam, omdat je toekomst niet ligt daar waar je bent, maar daar waar je thuis hoort, de plek van je verleden? Daar zijn veel liedjes over geschreven. Ik noem er één, Homeward Bound van het New Yorkse duo Simon & Garfunkel uit 1966. En ieder gezicht van een vreemdeling die ik tegenkom, herinnert me eraan dat ik verlang op weg te gaan naar huis. Ik wilde dat ik op weg was naar huis, thuis, waar mijn gedachten steeds naartoe dwalen, thuis waar mijn muziek speelt, thuis waar liefde stil op mij wacht.

Op een bovenpersoonlijk niveau komen we dat straks tegen in de bijbellezing. De machtige legers van de Babyloniërs hebben het Joodse land Juda belegerd, ingenomen en de bovenlaag weggevoerd naar het verre Babylon. ‘Aan de rivieren van Babel, daar zaten wij treurend en dachten aan Sion. In de wilgen op de oever hingen wij onze lieren’ (Ps. 137) Maar het ongelooflijke gebeurde. Na 50 jaar mochten zij terug naar huis. Vele eeuwen later werd het Joodse volk opnieuw uit hun land gejaagd door de Romeinen en raakten verspreid over de hele wereld, de diaspora. Maar het ongelooflijke gebeurde. Na 2000 jaar konden honderdduizenden hun alija maken, de terugkeer naar Sion, naar Jeruzalem. Sinds de oprichting van de staat Israël in 1948 keerden zij terug naar wat zij beschouwden als hun thuisland. Het zijn op een plek en het tegelijkertijd willen zijn op een andere, eentje van het verleden, eentje van de toekomst, een beloofd land. Waar komt dat verlangen vandaan? Loopt het niet steeds op een teleurstelling uit?

Lied 830 : 1,2,4 Leven is wachten
Leven is wachten, dagen en nachten, denken en dromen, of het zal komen, dat grote geluk.
Leven is vragen, wachten verdragen, zwoegen en zwijgen, antwoorden krijgen waarom je niet vroeg.
Leven is dwalen, oude verhalen, speuren en zoeken, stoffige boeken, de sporen van God.

Lezing : Ezra 1 : 1-11 : terugkeer uit ballingschap
In het eerste regeringsjaar van Cyrus, de koning van Perzië, ging in vervulling wat de Eeuwige Jeremia had laten aankondigen. Hij zette de koning ertoe aan om in zijn hele koninkrijk mondeling en ook schriftelijk het volgende besluit bekend te laten maken: ‘Dit zegt Cyrus, de koning van Perzië: Alle koninkrijken van de aarde heeft de Eeuwige, de God van de hemel, mij gegeven. Hij heeft mij opgedragen om voor hem een tempel te bouwen in Jeruzalem, een stad in Juda. Laten al diegenen onder u die tot zijn volk behoren, zich met de hulp van hun God naar Jeruzalem in Juda begeven om er de tempel van de Eeuwige weer op te bouwen, de God van Israël, de God die in Jeruzalem woont. Allen die hier nog als vreemdeling verblijven, waar zij zich ook mogen bevinden, dienen van hun medeburgers ondersteuning te krijgen in de vorm van zilver, goud, goederen en vee. Dit komt boven op de vrijwillige gaven voor de tempel van de God die in Jeruzalem woont.’ Terugkeer naar Jeruzalem. De familiehoofden van de stammen Juda en Benjamin, de priesters en de Levieten, allen die God daartoe aanzette, maakten zich gereed om naar Jeruzalem te vertrekken en te beginnen met de bouw van de tempel van de Eeuwige. Al hun buren ondersteunden hen met voorwerpen van zilver en goud, met goederen, vee en kostbare geschenken, nog afgezien van wat vrijwillig aangeboden werd. Koning Cyrus van Perzië gaf de voorwerpen vrij die uit de tempel van de Eeuwige afkomstig waren en die Nebukadnessar uit Jeruzalem had meegenomen en in de tempel van zijn eigen god had neergezet. Hij vertrouwde de teruggave toe aan Mitredat, de schatmeester, die ze met een inventarislijst aan Sesbassar, de leider van Juda, overdroeg. Het betrof dertig gouden schalen, duizend zilveren schalen, negenentwintig messen, dertig gouden bekers, vierhonderdtien zilveren bekers van verschillende soort en duizend andere voorwerpen, bij elkaar vijfduizend vierhonderd voorwerpen van zilver of goud. Dit alles liet Sesbassar meevoeren toen hij de ballingen uit Babylonië terugbracht naar Jeruzalem.

Lied 830 : 3,5 Leven is wachten
Leven is lijden, niet te vermijden, onmacht verduren, eindeloos turen naar komend licht.
Leven is kijken, elkaar verrijken, opnieuw beginnen, leren beminnen, spontaan als een kind.

Gedicht: Mischa de Vreede, dichter en schrijver, vorige maand overleden.
Thuiskomen
zullen ze wat zeggen
en wat zullen ze zeggen
als ik de deur door kom
wat zie je er uit
je bent ver weg geweest
of zullen ze niets zeggen
en alleen maar kijken
of niets zeggen
zelfs niet kijken
maar doorgaan met doen
net of er niets gebeurd is

hier ben ik dan
hun vriendelijke vreemdeling
ik spreek de taal der mensen
hoe is het weer
het is weer ja
het is weer nee
het is weer mooi weer
buiten

Overdenking
Terugkeren naar een plek waar je graag bent. Dat is een wens die wij kennen nu we ruim drie maanden geleden uit onze kerkgebouwen verdreven werden door het coronavirus. Het is fijn om dankzij deze internetuitzending verbonden te zijn met elkaar en met een vertrouwde plek, maar liever ontmoeten wij elkaar weer echt. Terugkeren deed ook een belangrijke groep van het Joodse volk naar het land waar zij thuis waren. Zij waren daar een halve eeuw eerder uit weggevoerd, in ballingschap, naar een ver land Babylonië. Daar hadden zij het niet echt slecht, ze mochten hun geloof beleven en hadden een betrekkelijke vrijheid. Ja, het merendeel van hun heilige geschriften is daar tot stand gekomen. En toen er andere heersers kwamen, de Perzen, toen stond de koning hen toe terug te keren naar hun land van herkomst. Dat is nu 25 eeuwen geleden. Ze mochten zelfs alle voorwerpen die uit hun tempel waren geroofd weer mee naar huis nemen om daar een nieuwe tempel te bouwen. Terug naar het land dat hen zo vertrouwd was.

Terugkeren, dat deden in 1945, nu 75 jaar geleden, honderdduizenden mensen na afloop van de oorlog in Europa. De bezetter was verslagen, de terreur was voorbij. Maar hoeveel mensen waren niet ver van huis. Door de Nazi’s waren in de oorlogsjaren heel wat mensen afgevoerd. Deze mensen, vervolgden, krijgsgevangenen, dwangarbeiders, zij die de kampen hadden overleefd, kwamen terug naar huis. De meeste repatrianten kwamen in mei en juni in georganiseerd verband terug per vrachtauto, schip, trein of vliegtuig. Deze displaced persons kwamen als repatrianten terug naar Nederland en werden zo snel mogelijk naar hun woonplaatsen of familie gebracht. Eén van die centrale plekken waar zij aankwamen was het Centraal Station in Amsterdam. Terug in eigen land, terug naar de plek die je vertrouwd is, naar de mensen bij wie je hoort.

Hoe fijn was dat om weer terug te komen in Nederland? Ja, gezinnen waren blij als hun vader of broers weer behouden in hun midden waren. Maar ook velen moesten na alle doorstane ellende vaststellen dat men niet echt op ze zat te wachten. De Joden die hadden overleefd, rijk aan trauma’s, konden niet meer terugkeren naar een familie. De meeste familieleden en vrienden waren vermoord. In hun huizen woonden anderen. Spullen die in bewaring waren gegeven bij buren, werden soms niet meer teruggegeven. Sommige Nederlanders gedroegen zich zelfs antisemitisch. Veel joodse repatrianten ondervonden dat zij in Nederland niet verwacht werden en ook niet welkom waren. Begrip voor wat zij aan verschrikkelijks hadden beleefd, was er lang niet altijd. ‘Wij hebben het hier ook niet gemakkelijk gehad’ werd er dan tegen ze gezegd. Andere repatrianten moesten merken dat zij en hun huwelijkspartner uit elkaar waren gegroeid, dat de ander je niet kon begrijpen of helpen. In een aantal gevallen was een achtergebleven vrouw inmiddels getrouwd met een ander in de veronderstelling dat de man niet meer leefde.

Terugkeren uit de Babylonische ballingschap. Hoe fijn was dat? Na vijftig jaar keerde een deel van de afgevoerde elite weer terug om het weer net als vroeger te laten worden. Maar het gewone volk dat had mogen blijven, had zich inmiddels vermengd met de mensen van elders die de bezetter daar had laten vestigen. Ze heetten Samaritanen, ze hadden een eigen tempel en afwijkende gewoontes. Ze zaten niet te wachten op de terugkeerders die kwamen vertellen hoe het weer zou worden als ooit. Terugkeren doe je nooit op dezelfde manier als dat je ooit ging. Dat wat je in de tussentijd hebt meegemaakt en wat je hebt geleerd, heeft je ook veranderd. Terug naar vroeger, terug naar je jeugd, naar de goede oude tijd, dat is een illusie. De Deense theoloog Søren Kierkegaard schreef al: Het leven wordt voorwaarts geleefd maar achterwaarts begrepen. Je hebt het verleden nodig om het heden te begrijpen en de toekomst tegemoet te gaan.

Het gedicht Thuiskomen van Mischa de Vreede kunnen we lezen als een beschouwing op terugkeren naar huis. Is het ook een thuiskomst? Zullen ze je daar nog willen kennen? We vermoeden dat het gedicht gaat over een dochter die is weggelopen na een ruzie. Ze is bang dat haar ouders haar zullen negeren op het moment dat ze binnenkomt (doorgaan met doen net alsof er niets gebeurd is). De meest kenmerkende zin vind ik het is weer mooi weer/ buiten. Het weer mooi weer geeft mij het gevoel dat het buiten vaak mooier is dan binnen. Het is buiten mooi weer. Binnen is het dus geen mooi weer, geen goede sfeer.

De schilder Chagall lijkt op het schilderij niet een vlucht vooruit of achteruit te nemen. Hij kijkt terug naar wat was en wat goed was en laat zich meevoeren op de wind, door de lucht naar wat komt. Dat kan hij in vertrouwen doen, omdat hij samen is met zijn geliefde. Zij strekt haar hand uit naar de tijd en de plek die komen gaat.

De samenleving keert stukjes bij beetjes terug naar normaal. Is alles na drie maanden weer hetzelfde of toch ook niet? Het oude normaal gaat plaatsmaken voor, wat de minister-president noemde, het nieuwe normaal. Een normaal dat ons niet steeds zal bevallen. Het is afstand houden, het is inleveren op vanzelfsprekende welvaart en vrijheid. Voor Israël was het nieuwe normaal na terugkeer in 1948 in een land dat niet alleen van hen maar ook van anderen was, ook een andere werkelijkheid dan gedroomd. De dochter die weer terugkeert naar het ouderlijk huis, zal merken dat niet alles hetzelfde meer zal zijn. Zij is gerijpter door de opgedane ervaringen, volwassener, en haar ouders wellicht ook. Terugkeer naar wat was, is zelden mogelijk in het leven. Wat geweest is, is geweest. Terugkeren om nostalgische redenen is vaak een teleurstelling. Het bijzondere in het verhaal van Ezra is dat het niet gaat om de nostalgie van willen terugkeren naar iets van vroeger, maar omdat er een opdracht vervuld moet worden. Een tempel voor de Eeuwige.

Een geloofsgemeenschap keert ook steeds terug: tot oude geschriften, tradities en rituelen. Niet uit een hang naar vroeger, maar met het oog op morgen. Alleen wie om kan kijken, kan vooruit zien. Wij hebben iets te doen in de samenleving van vandaag.
Amen.

Stilte

Muziek

Voorbeden en gezamenlijk Onze Vader (Bijbel in Gewone Taal)

Onze Vader in de hemel,
laat iedereen u eren.
Laat uw nieuwe wereld komen.
Laat op aarde uw wil gedaan worden,
net zoals dat in de hemel gebeurt.
Geef ons vandaag het eten dat we nodig hebben.
En vergeef ons wat we fout gedaan hebben,
want wij hebben ook andere mensen hun fouten vergeven.
Help ons om nooit tegen u te kiezen.
En bescherm ons tegen de macht van het kwaad.
Want u bent koning,
u regeert met grote macht,
voor altijd.
Amen.

Slotlied 416 : 1,2,4 Ga met God en Zij zal met je zijn


Zegenbede


Doven van de kaars

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *