Kerkgebouw

GESCHIEDENIS VAN HET NPB-KERKGEBOUW IN BUSSUM

door Peter Korver

VOORGEVEL Het kerkgebouw van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB werd 90 jaar geleden gebouwd op de hoek van de Iepenlaan en de Nieuwe Hilversumseweg, aan de rand van het terrein waar het Majella ziekenhuis heeft gestaan. Dit seizoen staan we stil bij dit feit.  De afdeling Naarden-Bussum bestond toen al meer dan 30 jaar. Zij werd opgericht op 21 maart 1882. Mv. G.Q. Baay-van Eijndhoven schonk op 19 juni 1914 de grond, groot 1350 m2. aan de NPB. De bouw werd gegund aan aannemer C. van Norren te Bussum voor de prijs van fl. 14.790. In totaal kostte de bouw fl. 18.661,50. De eerste steen werd gelegd op 16 februari 1915. Een maand later werd een bijzondere hoeksteen samen met een oorkonde

ingemetseld door de 11-jarige kleindochter van de eerste vaste voorganger, ds. J. van Loenen Martinet. Op de steen staat een woord uit het bijbelboek Nehemia 2 : 20: “Wij zullen ons opmaken en bouwen.” Van het gebouw van de NPB werd de eerste hoeksteen gelegd op 27 maart. Op de steen zelf staat een woord uit het Oude Testament van Nehemia 2 vers 20: “Wij zullen ons opmaken en bouwen”. Dat gebeurde dan ook onder leiding van de Bussumse architect C.J. Kruisweg. Deze architect bouwde acht jaar later ook de kerk, de Vermaning, van de Doopsgezinde gemeente aan de Wladimirlaan 10 en de vroegere bibliotheek aan de Generaal de la Reylaan. De Doopsgezinde kerk verschilt zeer van dit. Het is mooi door zijn eenvoud. Op 3 oktober van datzelfde jaar kon het gebouw van de npb in gebruik worden genomen. De plattegrond van de kerk heeft als basis een rechthoek, met aan de n.o. zijde het portaal dat een rechthoekige uitbouw is, aan de achterkant, de z-w kant, een bredere rechthoekige uitbouw, waarin een leslokaal, een bestuurskamer en toilet. “Deze aanbouw heeft bepaald

geen kerkelijke uitstraling, maar meer een woonhuisachtige” zegt het provinciaal rapport. In de noordhoek tussen de basisrechthoek en de achteraanbouw is een kleine toren geplaatst met een trap naar zolder. Aan de voet van de toren zit een gedenksteen met de tekst: “Wij zullen ons opmaken en bouwen. Neh. II 20” en “27 maart 1915”. Zowel de toren als het portaal hebben een zadeldak. De voorgevel is een tuitgevel. Enige jaren later kwam er een orgel, geschonken door de leden. De kosterswoning stond er zes jaar later, in 1921. In 1993 kreeg het van de Gemeente Bussum een plaats op de Monumentenlijst vanwege de bijzondere bouw zowel aan de buiten- als binnenkant. Men treft er veel Jugendstil-elementen aan. In de voorgevel bevindt zich een steen met de letters NPB, wat staat voor Nederlandse Protestanten Bond.   Het beeldhouwwerk aan de voorgevel is pas na de oorlog gerealiseerd door N.A. v.d. Kreek. bevat geheel bovenaan een afbeelding van Jezus als goede herder. Daaronder zijn de letters NPB op fraaie wijze ingemetseld. Boven het portaal ziet men het Christusmonogram: de Griekse letters X (chi) en P (ro), de twee eerste letters van de naam Christus, geflankeerd door de Alpha en de Omega, de eerste en de laatste letter van het alfabet, het symbool voor God, die het begin en einde van alles is.

  Tegenwoordig kijk je er minder gauw overheen dan enkele jaren geleden. Sinds het enorme gebouw van het Majella ziekenhuis verdwenen is, komt het kerkje van de Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB veel beter tot zijn recht. Zowel aan de buiten- als aan de binnenkant sieren vele Jugendstil-elementen het gebouw. De provincie Noord-Holland heeft een rapport geschreven over dit monument, dat zij van ‘architectuurhistorische betekenis’ noemt. Met name worden de ‘zeer goed uitgewerkte gebrandschilderde glas-in-loodramen’ genoemd en het beeldhouwwerk van de plaatselijke beeldhouwer N.A. van der Kreek. Ook telt mee dat de kerk een ‘zeer gaaf en goed voorbeeld van kerkbouw uit 1915 is’ en als zodanig element van de kerkgeschiedenis uit de vorige eeuw in Bussum. Het gebouw heeft nauwelijks wijzigingen ondergaan. De enig echt storende wijziging is de dakbedekking.

De oorspronkelijke grijze leien dakbedekking is in de jaren ’70 vervangen door goedkope bitumineuze shingles, waarbij ook de monnikskappen verdwenen. Aan de achterzijde zijn de raamluiken verdwenen en is de schoorsteen weggehaald. Vier jaar voor die eerste steenlegging, op 1 februari 1911, had de Sint Gerardus Majella Stichting de naastgelegen villa Spiegelheuvel betrokken. Een echt ziekenhuis kon je deze nog niet noemen. Bij deze villa lag een stuk land ter grootte van 20.000 m2, zodat de Majella nog alle ruimte had om in de toekomst uit te breiden.   HAL Tussen portaal en hal is een herdenkingsraam aangebracht met twee data: 5 mei 1945, bevrijding van Nederland en 15 augustus 1945, bevrijding van Nederlands Indië. De duif met de olijftak is het symbool van de vrede. De oorlog begon op 10 mei 1940, de Eerste Pinksterdag. Er was echter geen dienst in dit NPB-gebouw. Er moest uitgeweken worden naar de kleine Jeugdkapel op de Meentweg, omdat onze kerk was ingericht tot nood-hospitaal voor de vele gewonde Nederlandse soldaten die werden verwacht….   Boven de beide toegangsdeuren ziet men houtsnijwerk over de geheel breedte van de ingang. De klok vermeldt de datum van 3 oktober 1915, de dag van de opening en wijding van het kerkgebouw, geflankeerd door zaaddragend fruit, symbool voor de geestelijke opdracht.   KERKZAAL Bij het binnengaan van de kerkzaal ziet men boven de kansel een rond raam aan. Dit raam is een geschenk van de architect. en stelt een duif voor, als symbool van de Heilige Geest, omgeven door de woorden ‘Vroomheid en vrijheid’. Je zou verwachten: Vrijheid en Verdraagzaamheid. Toch: onder een laag van rationaliteit is een religieuze laag aanwezig die aangeraakt kan worden, als het authentiek is.   Aan beide zijden zijn twee spreuken aangebracht. Ze zijn niet bedoeld als vermaning, maar als herinnering aan de eerste voorganger, ds. J. van Loenen Martinet (1901-1918). De linkertekst, Hebt zout in U zelven en houdt de Vrede onder elkander (Marcus IX:50) was het uitgangspunt voor zijn eerste preek in dit gebouw, de rechter, Draagt elkanders lasten en vervult zoo de wet van Christus (Galaten VI:2) vormde het onderwerp van zijn laatste preek, enige maanden voor zijn dood op 28 juli 1928.   JUGENDSTILL Het gebouw is ontworpen met zowel buiten als binnen elementen van de Jugendstill. Tussen 1900 en 1910 was er een stijlvernieuwing in de kunst, die men Jugendstill is gaan noemen vanwege het tijdschrift dat in Wenen sinds 1896 werd uitgegeven met de naam Die Jugend. Dit werd geïllustreerd met karakteristieke vignetten en randversieringen. De stijl komt vooral naar voren in de decoratieve elementen, de versieringen op gevels en de houtbewerking. In de kerkzaal is dat herkenbaar aan de vele rozetten, die zijn aangebracht op het hout aan alle kanten. Tevens zijn de onderkanten van de makelaars van de kapconstructie versierd met een bladvorm. Maar let u ook op het ijzerwerk van de lichtkroon, de sierlijke glazen kelkjes voor de lampen, ook aan de zijwanden te zien.   Aan de buitenkant van de kerk is de Jugendstill terug te vinden in het metselwerk, met veel variatie met gekleurd steen (rood en zwart).   GESCHIEDENIS De geloofsgemeenschap die hier haar tehuis heeft, behoort met de Remonstranten, Doopsgezinden en de Vereniging van Vrijzinnig-Protestanten tot de vrijzinnig-protestantse stroming in Nederland. De afkorting NPB staat voor Nederlandse Protestanten Bond. Sinds een aantal jaren is haar officiële naam “Vrijzinnige Geloofsgemeenschap NPB”. Voor buitenstaanders klonk ‘Bond’ als iets zwaars en strengs. Het woord ‘Protestanten’ dekte de lading ook niet helemaal. Weliswaar zijn er leden van (vrijzinnig) protestantse huize, maar ook veel niet-kerkelijke leden of mensen met een (voorheen) katholieke achtergrond. De NPB als landelijke organisatie werd opgericht in 1870. Het was de tijd van het ‘modernisme’. De uitkomsten van de moderne wetenschappen brachten vele gelovige mensen in de problemen. Waren de resultaten van het wetenschappelijke onderzoek niet strijdig met wat de bijbel vertelde? Sommigen trokken zich terug in een fundamentalistisch gelijk. Anderen probeerden wetenschap en geloof te verzoenen. Zij benaderden de bijbel op een historisch-kritische manier en accepteerden de nieuwe wetenschappelijke inzichten. Zij werden ‘modernen’ en later ook wel ‘vrijzinnigen’ genoemd. De NPB echter is ontstaan vanuit de spanning tussen orthodoxen en modernen in de Nederlands Hervormde Kerk. De NPB bood aan velen van die ‘modernen’ onderdak en bevorderde de oprichting van de V.P.R.O., de vrijzinnig-protestantse radio omroep. Ook nam de NPB het initiatief tot de Leidse vertaling van de bijbel, een gezamenlijke liedbundel voor verschillende vrijzinnige kerken als de Remonstrantse, de Doopsgezinde en Vrijzinnig-Hervormde.   Op 21 maart 1882 ontstond er in Naarden-Bussum een afdeling. Het was een groepje van 12 leden, die o.l.v. ds. W.J.F. Meiners, evangelisch-luthers predikant en hoofdbestuurslid van de NPB de afdeling stichtten. Deze 12 apostelen waren o.m. de voormalige burgemeester van Bussum, Westenberg, een prof. Gunning en J.C. Loman. De oprichting vond plaats in de suite van hotel Nieuw-Bussum, dat nu niet meer bestaat, meteen aan de achterkant van station Naarden-Bussum. In het kleine Bussum van toen waren alle vrijzinnigen onder de vlag van de NPB verenigd, maar met de groei van Bussum groeide ook het aantal groeperingen. In 1908 begonnen de doopsgezinden een eigen kring, die in 1913 een gemeente werd. Na enige tijd verhuisde men voor de samenkomst naar de houten “feesttent” welke in de tuin van het hotel stond. Hier bleef men tot 1897. In 1998 werd de feesttent afgebroken. Toen werd de bovenzaal van het later afgebrande Concordia betrokken. Tot 26 september 1915, toen “een bekoorlijk gebouwtje van eenvoudige , doch voorname lijn” werd betrokken. Er werd ook catechese gegeven, maar dat gebeurde in het meisjesinstituut van mej. Roodhuyzen aan de Graaf Wichmanlaan.   De eerste vaste voorganger was Van Loenen Martinet, “een algemeen geacht man”, met landelijk een grote invloed op het beleid van de NPB. Na zijn overlijden kwam er een roemrucht dominee, A.R. de Jong, met buitengewoon vrijgevochten opvattingen, politiek revolutionair, voorstander van de vrije liefde… Hij trok grote drommen, veel nieuwe leden ook, het gebouw leek te klein te worden, maar de belangstelling taande, het ging velen ook allemaal weer te ver. Er kwam een crisis, en het ledental daalde tot zelfs tot 125, het werk kwam goeddeels stil te liggen. Na zijn vertrek in 1932 kwam men even op adem en benoemde voorlopig geen nieuwe voorganger. Men volstond met een godsdienstonderwijzeres.   Sommige leden bleven ook behoren tot de hervormde kerk, maar wilden op zondag bij de NPB een vrijzinnige dominee horen. Remonstranten, die nog met onvoldoende leden waren om tot eigen gemeentevorming over te gaan, werden ook lid. De Remonstranten hadden oorspronkelijk geen eigen gemeente en geen eigen gebouw, maar waren lid van deze NPB-afdeling en van de Remonstrantse gemeente waar het Gooi onder viel, te weten Amsterdam. In 1934 vertrok de NPB-voorganger en bevond de afdeling zich in een minder gunstige positie. Er kon voorlopig geen voorganger worden aangesteld. In 1935 had de Amsterdamse gemeente de jonge ds. F.E. van Leeuwen benoemd tot hulppredikant met de bijzondere opdracht alle in ’t Gooi verstrooide Remonstranten tot elkaar te brengen. Zo werd op 7 dec. 1935 de Rem. kring Naarden-Bussum opgericht. Deze bracht nieuw leven in onze NPB-afdeling. Door versteviging n.l. van de afdeling wilde de Kring een centrum voor vrijzinnig protestantisme tot stand brengen. De Remonstranten richtten in 1936 een maandblad op, “Ons Kringblad”en bood daarin plaats aan de Mededelingen van de Bond. In december 1939 zou weer een eigen voorganger aangesteld kunnen worden. In december zegde het bestuur de bestaande regeling met de Kring op. In 1941 zouden nog de helft van de diensten door Rem. predikanten geleid mogen worden, daarna nog maar 15 per jaar, omdat ook de VVH dan onderdak zou krijgen. Dat leidde op 1 januari 1941 tot de stichting van de zelfstandige Remonstrantse gemeente met 250 leden; een ware uittocht uit de NPB-afdeling. Men bleef bijeenkomsten in dit gebouw houden tot einde 1941, toen een noodkerk betrokken werd, de benedenverdieping van een meubelpakhuis aan de Parallelweg 13, thans Laan van Slochteren en Surfplankpaleis. In 1956 betrok de gemeente de huidige kerk aan de Koningslaan.     Met de vrijzinnig-hervormden ontstond een bijzondere samenwerking. In 1938 werd een kring van v.h. opgericht en die ging met de NPB gemeenschappelijke diensten houden, tot 1 augustus 1949. Daarna hield de kring weer eigen diensten.   Na het vertrek van de remo’s werd dan toch een nieuwe voorganger gekozen, samen met de doopsgezinde gemeente werd ds. Hylkema benoemd. Na diens vertrek werden samen met de vrijzinnig-hervormden twee keer een voorganger benoemd. Daarna koos de NPB uitsluitend eigen voorgangers en de namen zijn nog bekend: Van der Voet (52-56), toen hij aantrad waren er 300 leden, Marwitz (56-62), De Weerd (62-66), Nepveu (1966-1976), toen weer Marwitz (72-75), Foekema (76-85), Knegtmans (85-91), Korver (91-heden).   De afdeling Naarden-Bussum van de NPB is een kleine gemeenschap van mensen die op een open, tolerante en dus vrijzinnige wijze willen nadenken over levensvragen. In strikte zin is de NPB geen ‘kerk’ maar een vereniging, heeft ze geen kerkenraad maar een bestuur, en is er geen predikant maar een ‘voorganger’. De ‘afdeling’ is volstrekt democratisch georganiseerd, laagdrempelig en laagkerkelijk. Sommige leden zijn ook lid van een kerk. Anderen weer niet. Naast de kerkdiensten worden er af en toe op zondag ‘bezinningssamenkomsten’ gehouden. Openheid voor oecumene, andere godsdiensten en religieus-humanisme is steeds vanzelfsprekend geweest. Er is grote aandacht voor de invloed van wetenschap, kunst en literatuur op geloof en levensvragen.   In Bussum steunt de NPB met overtuiging de verschillende oecumenische initiatieven, zoals het CCIV, de Raad van Kerken, de werkgroep Oecumenische vieringen, het pastorale werk op de Franse Kamp, het Interkerkelijk Diaconaal Fonds en het pastores beraad. Met de gemeentes die participeren binnen de Raad van Kerken zijn we dus goed bekend.     RAMEN De leden van deze afdeling hebben vlak voor het uitbreken van de oorlog, op 27 maart 1940, twee gebrandschilderde ramen aangeboden. De aanleiding was het feit dat het op deze datum 25 jaar geleden was dat de eerste hoeksteen werd gelegd. God de Vader met de aardbol, God de Zoon, zegenend, en samen met het ronde raam stellen zij de Drieënigheid voor.   Ook nog in 1940 werden twee ramen vervangen door De Barmhartige Samaritaan, als symbool van naastenliefde en de Verloren Zoon, als symbool van bekering. Na de bevrijding, dus 5 jaar later, werden de overige vier ramen voorzien van gebrandschilderd glas. Zij stellen de vier evangelisten voor.   Matteus, afgebeeld met een menselijke gedaante, omdat zijn evangelie aanvangt met het menselijke geslachtsregister, de stamboom van Christus.   Marcus, afgebeeld met een leeuw, omdat zijn evangelie begint met de prediking van Johannes de Doper in de woestijn.   Lucas, afgebeeld met een stier; dat dier verwijst naar de runderofferande, omdat zijn evangelie begint met de priesterdienst van Zacharias in de tempel.   Johannes, afgebeeld met een arend, omdat zijn evangelie meteen een hoge vlucht neemt, met de eerste woorden al als op adelaarsvleugelen de hoogten ingaat met het Goddelijk Woord dat mens geworden is.   KANSEL Aandacht verdient het houtsnijwerk van de kansel. De toenmalige voorzitter van de afdeling, de heer H.N. de Fremery, directeur van de Gooische HBS, vervaardigde in 1915 al in Renaissance stijl vijf afbeeldingen in Renaissancetrant. Zij stellen momenten uit het leven van Christus voor: De aanbidding door de herders, Lucas 2 : 16, En zij gingen en vonden Maria en Jozef en het Kind liggende in de kribbe. De bergrede, Lucas 6:31. En gelijk gij wilt, dat u de mensen doen, doet gij hen evenzeer. Geef de keizer wat des keizers is, Lucas 20:20-26. Christus voor Pilatus, Joh, 18 : 37, En Jezus antwoordde: Gij zegt dat ik Koning ben. Hiertoe ben ik geboren en hiertoe ben Ik in de wereld gekomen. Kruisdraging, Joh. 19:17, Zij namen dan Jezus en Hij zelf zijn kruis dragende, ging naar Golgotha.   De bijbel die op de kansel ligt is in 1729 gedrukt in Dordrecht bij de heren Pieter en Jacob Keur. Ze werd in okt. 1914 geschonken door mv. de weduwe G.T. Lestrude-Volkers.   ORGEL Er is ooit een ander orgel geweest. Die werd in 1918 gebouwd door dhr. Maarschalkerweerd, toen een bekend orgelbouwer. Het ontwerp van dat orgel was van de organist, dhr. C.F. Hendriks. Door de slechte materialen, die men vanwege de eerste wereldoorlog moest gebruiken, moest dit oorlog vervangen worden. In een artikel in De Gooi- en Ommeland over het 70-jarig jubileum van de afdeling, de krant van 15 maart 1952, las ik dat in de warme zomer van 1947 een windlade was gesprongen, maar nu weer hersteld is, zodat in de jubileumdienst weer alle registers bruikbaar zijn. Het was kennelijk maar voor even. De orgelspecialisten Fonteijn & Gaal te Amsterdam bouwden in 1957 het huidige orgel. Het heeft 980 orgelpijpen, de grootste is 3 m. hoog en de kleinste niet langer dan 2 cm. Het is gebouwd volgens het elektro-pneumatische principe. Het heeft 17 registers, verdeeld over hoofdwerk (560 pijpen), bovenwerk (336 pijpen) en vrij pedaal (84 pijpen). Bij al deze pijpen wordt de luchttoevoer door middel van magneten elektrisch bediend. Door automatische schakelingen kunnen hele groepen registers via het indrukken van een enkele knop geopend worden. Ook het pedaal kan, bij bepaalde hoogten, automatisch worden ingeschakeld. Een motor zorgt voor regelmatige windtoevoer.   De zaal heeft een heel goede akoestiek waardoor hij heel geschikt is voor muziek- en zanguitvoeringen. De Tindalstichting maakt met een zekere regelmaat daarvan gebruik.   MONUMENTENSTATUS Afgelopen dinsdag heeft er in de Gooi en Eemlander een artikel gestaan m.b.t. de afwijzing van de rijksmonumentstatus voor ons kerkgebouw.   Onbegrijpelijk die afwijzing als je ziet om wat voor een gaaf en origineel bouwwerk het gaat, dit is weer eens achter bureaus beslist en alleen naar de financiële consequentie gekeken.   Iemand zei me: als ik de lijst zie van Bussumse rijksmonumenten begrijp ik het ook niet, b.v. het kerkgebouw van de Vrije Evangelische Gemeente aan de Oud Bussummerweg is een Rijksmonument… Maar goed, misschien help het bezwaar te maken.   Ds. P.J.C. Korver